Ruth 7/7
13 Alzo nam Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouw en hij ging tot haar in; en de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde.
14 Toen zeiden de vrouwen tot Naómi: Geloofd zij de HEERE, Die niet heeft nagelaten u heden een losser te geven; en zijn naam worde vermaard in Israël.
15 Die zal u zijn tot een verkwikker der ziel en om uw ouderdom te onderhouden; want uw schoondochter, die u liefheeft, heeft hem gebaard, dewelke u beter is dan zeven zonen.
16 En Naómi nam dat kind en zette het op haar schoot en werd zijn voedster.
17 En de naburinnen gaven hem een naam, zeggende: Aan Naómi is een zoon geboren. En zij noemden zijn naam Obed; deze is de vader van Isaï, Davids vader.
18 Dit nu zijn de geboorten van Perez: Perez gewon Hezron;
19 En Hezron gewon Ram, en Ram gewon Amminádab;
20 En Amminádab gewon Nahesson, en Nahesson gewon Salma;
21 En Salmon gewon Boaz, en Boaz gewon Obed;
22 En Obed gewon Isaï, en Isaï gewon David.