Met Jona in de storm
4 Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee, en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.
5 Toen vreesden de zeelieden en riepen een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten die in het schip waren, in de zee om het van dezelve te verlichten; maar Jona was nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder en was met een diepen slaap bevangen.
6 En de opperschipper naderde tot hem en zeide tot hem: Wat is u, gij hardslapende? Sta op, roep tot uw God; misschien zal die God aan ons gedenken, dat wij niet vergaan.
Onderwerpen:
CGK Zeewolde