HC Zondag 52
10 Voorts, mijne broeders, wordt krachtig in den Heere en in de sterkte Zijner macht.
11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
13 Daarom, neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.
14 Staat dan, uw lendenen omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid,
15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
16 Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
17 En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord;
18 Met alle bidding en smeking biddende te allen tijde in den geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;
Heidelbergse Catechismus Zondag 52
Vraag en antwoord 127
Vr. Welke is de zesde bede?
Antw. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze .
Dat is: Dewijl wij van onszelven zo zwak zijn,
dat wij niet een ogenblik zouden kunnen bestaan,
en daartoe onze doodsvijanden, de duivel, de wereld en ons eigen vlees,
niet ophouden ons aan te vechten;
zo wil ons toch behouden en sterken door de kracht Uws Heiligen Geestes,
opdat wij in dezen geestelijken strijd niet onderliggen,
maar altijd sterken wederstand doen,
totdat wij eindelijk ten enenmale de overhand behouden.
Vraag en antwoord 128
Vr. Hoe besluit gij uw gebed?
Antw. Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid .
Dat is: Zulks alles bidden wij van U,
daarom, dat Gij, als onze Koning en aller dingen machtig,
ons alle goeds te geven den wil en het vermogen hebt,
en dat alles, opdat daardoor niet wij,
maar Uw heilige Naam eeuwiglijk geprezen worde.
Vraag en antwoord 129
Vr. Wat beduidt het woordeken: Amen?
Antw. Amen wil zeggen: Het zal waar en zeker zijn.
Want mijn gebed is veel zekerder van God verhoord,
dan ik in mijn hart gevoel dat ik zulks van Hem begeer