27 Benjamin zal als een wolf verscheuren; des morgens zal hij roof eten, en des avonds zal hij buit uitdelen.
22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elkeen der takken loopt over den muur. 23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan en beschoten en…
16 Dan zal zijn volk richten, als een der stammen Israëls. 17 Dan zal een slang zijn aan den weg, een adderslang nevens het pad, bijtende des paards verzenen, dat…
14 Issaschar is een sterkgebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken. 15 Toen hij de rust zag, dat zij goed was, en het land, dat het lustig was, zo boog hij…
13 Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen; en hij zal aan de haven der schepen wezen, en zijn zijde zal zijn naar Sidon.
8 Juda, gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. 9 Juda is…
5 Simeon en Levi zijn gebroeders; hun handelingen zijn werktuigen van geweld. 6 Mijn ziel kome niet in hun verborgen raad, mijn eer worde niet verenigd met hun vergadering; want…