18 Doch Samuël diende voor het aangezicht des HEEREN, zijnde een jongeling, omgord met den linnen lijfrok. 19 En zijn moeder maakte hem een kleinen rok, en bracht hem dien van jaar…
9 Hij zal de voeten Zijner gunstgenoten bewaren; maar de goddelozen zullen zwijgen in duisternis; want een man vermag niet door kracht. 10 Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij…
7 De HEERE maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij. 8 Hij verheft den geringe uit het stof, en den nooddruftige verhoogt Hij uit den drek, om te doen…
6 De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen.
4 De boog der sterken is gebroken; en die struikelden, zijn met sterkte omgord. 5 Die verzadigd waren, hebben zich verhuurd om brood, en die hongerig waren, zijn het niet meer; totdat…
1 Toen bad Hanna en zeide: Mijn hart springt van vreugde op in den HEERE; mijn hoorn is verhoogd in den HEERE; mijn mond is wijd opengedaan over mijn vijanden; want…
21 En die man, Elkana toog op met zijn ganse huis, om den HEERE te offeren het jaarlijkse offer, en zijn gelofte. 22 Doch Hanna toog niet op; maar zij zeide tot…
17 Toen antwoordde Eli en zeide: Ga heen in vrede, en de God Israëls zal uw bede geven, die gij van Hem gebeden hebt. 18 En zij zeide: Laat uw dienstmaagd genade…
9 Toen stond Hanna op, nadat hij gegeten, en nadat hij gedronken had te Silo. En Eli, de priester, zat op een stoel bij een post van den tempel des HEEREN.…
1 Daar was een man van Ramathaim-zofim, van het gebergte van Efraïm, wiens naam was Elkana, een zoon van Jerocham, den zoon van Elihu, den zoon van Tochu, den zoon van…