1 Een psalm van David. Ik zal U loven met mijn gehele hart; in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen. 2 Ik zal mij nederbuigen naar het paleis…
31 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? 32 Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft…
17 De dienstmaagd dan, die de deurwaarster was, zeide tot Petrus: Zijt ook gij niet uit de discipelen van dezen Mens? Hij zeide: Ik ben niet. 18 En de dienstknechten…
32 En zij kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, en Hij zeide tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden zal hebben. 33 En Hij nam met…
31 Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde…
34 En Petrus, den mond opendoende, zeide: Ik verneem in der waarheid, dat God geen aannemer des persoons is; 35 Maar in allen volke, die Hem vreest en gerechtigheid werkt,…
1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; 2 In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld,…
1 En er was een mens uit de Farizeën, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden; 2 Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij…
1 En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee. 2 En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en nederzat,…
9 Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; 10 Gelijk geschreven is: Er…
7 Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen. 8 Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en…
11 Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn. 12…
11 Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, 12 Noch door…
1 Looft den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken. 2 Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen. 3 Roemt u in…
1 Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen.…
31 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? 32 Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft…
6 Doch ik zeg dit niet, alsof het woord Gods ware uitgevallen; want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn. 7 Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn…
3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. 4 Gelijk Hij ons uitverkoren…
1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; 2 In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld,…
9 Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; 10 Gelijk geschreven is: Er…