14 Als het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood, en doop uw bete in den azijn. Zo zat zij neder aan de…
1 Naomi nu had een bloedvriend van haar man, een man, geweldig van vermogen, van het geslacht van Elimelech; en zijn naam was Boaz. 2 En Ruth, de Moabietische, zeide tot Naomi:…
19 Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse stad over haar beroerd werd, en zij zeiden: Is dit…
1 In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-juda, om als vreemdeling te verkeren in de…
1 In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-juda, om als vreemdeling te verkeren in de…
10 Toen viel zij op haar aangezicht, en boog zich ter aarde, en zij zeide tot hem: Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, dat gij mij kent, daar ik…
Ruth 4: 1 EN Boaz ging op in de poort en zette zich aldaar; en zie, de losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide hij: Wijk herwaarts,…
Ruth 3: 1 EN Naómi, haar schoonmoeder, zeide tot haar: Mijn dochter, zou ik u geen rust zoeken, dat het u welga? 2 Nu dan, is niet Boaz, met wiens…
Ruth 2: 1 NAÓMI nu had een bloedvriend van haar man, een man, geweldig van vermogen, van Elimélechs geslacht; en zijn naam was Boaz. 2 En Ruth, de Moabitische, zeide…
Ruth 1: 1 IN de dagen als de richters richtten, zo geschiedde het dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-Juda om als vreemdeling te…
13 Alzo nam Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouw en hij ging tot haar in; en de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde.…
1 EN Boaz ging op in de poort en zette zich aldaar; en zie, de losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide hij: Wijk herwaarts, zet u…
1 EN Naómi, haar schoonmoeder, zeide tot haar: Mijn dochter, zou ik u geen rust zoeken, dat het u welga? 2 Nu dan, is niet Boaz, met wiens maagden gij…
14 Als het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hierbij, en eet van het brood en doop uw bete in den azijn. Zo zat zij neder aan de…
1 NAÓMI nu had een bloedvriend van haar man, een man, geweldig van vermogen, van Elimélechs geslacht; en zijn naam was Boaz. 2 En Ruth, de Moabitische, zeide tot Naómi:…
7 Daarom ging zij uit van de plaats waar zij geweest was, en haar twee schoondochters met haar. Als zij nu gingen op den weg om weder te keren naar…
1 IN de dagen als de richters richtten, zo geschiedde het dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-Juda om als vreemdeling te verkeren in…
13 Alzo nam Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouwe, en hij ging tot haar in; en de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde.…
1 En Boaz ging op in de poort, en zette zich aldaar en ziet, de losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide hij: Wijk herwaarts, zet u…
12 Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik. 13 Blijf dezen nacht over; voorts in den morgen zal…