Preken
1 En ik zag in de rechterhand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. 2 En ik zag een sterken engel,…
8 Daarna hoorde ik de stem des Heeren, dewelke zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? Toen zeide ik: Zie, hier ben ik, zend mij henen. 9 Toen…
5 Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want…
1 In het jaar, toen de koning Uzzia stierf, zo zag ik den Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn zomen vervullende den tempel. 2 De serafs stonden boven…
23 Nu is het niet alleen om zijnentwil geschreven, dat het hem toegerekend is; 24 Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus,…
1 En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt. 2 En Hij zeide tot mij: Wat ziet…
7 Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.…
14 Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;
0 Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven.
11 Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere.
1 Een psalm van Asaf, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. 2 Mijn stem is tot God, en ik roep; mijn stem is tot God, en Hij zal het oor tot mij neigen.…
40 Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.
2 Zij hoort naar de stem niet; zij neemt de tucht niet aan; zij vertrouwt niet op den HEERE; tot haar God nadert zij niet.
17 En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha; 18 Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke…
15 En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het…
14 Als het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood, en doop uw bete in den azijn. Zo zat zij neder aan de…
1 Naomi nu had een bloedvriend van haar man, een man, geweldig van vermogen, van het geslacht van Elimelech; en zijn naam was Boaz. 2 En Ruth, de Moabietische, zeide tot Naomi:…
19 Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse stad over haar beroerd werd, en zij zeiden: Is dit…
1 In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-juda, om als vreemdeling te verkeren in de…