15/09/2023 Jesaja 3: 10 en 11 Voorganger: Lerend ouderling van Rossem Passage: Jesaja 3: 10 en 11 10 Zegt den rechtvaardige, dat het hem wel gaan zal; dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. 11 Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden. « Gods leiding in het leven van de Sunamitische Markus 10: 17-22 »