Huwelijk en gezin 1/5
19/05/2022

Huwelijk en gezin 1/5

Voorganger:
Passage: 1 Samuël 1:20-28

20 En het geschiedde na verloop van dagen, dat Hanna bevrucht werd en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Samuël: Want, zeide zij, ik heb hem van den HEERE gebeden.
21 En die man Elkana toog op met zijn ganse huis, om den HEERE te offeren het jaarlijkse offer en zijn gelofte.
22 Doch Hanna toog niet op, maar zij zeide tot haar man: Als de jongen gespeend is, dan zal ik hem brengen, dat hij voor het aangezicht des HEEREN verschijne en blijve daar tot in eeuwigheid.
23 En Elkana, haar man, zeide tot haar: Doe wat goed is in uw ogen; blijf totdat gij hem zult gespeend hebben; de HEERE bevestige maar Zijn woord. Alzo bleef de vrouw en zoogde haar zoon, totdat zij hem speende.
24 Daarna, als zij hem gespeend had, bracht zij hem met zich opwaarts, met drie varren en een efa meel en een fles met wijn, en zij bracht hem in het huis des HEEREN te Silo; en het jonksken was zeer jong.
25 En zij slachtten een var; alzo brachten zij het kind tot Eli.
26 En zij zeide: Och, mijn heer, zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer, ik ben die vrouw die hier bij u stond om den HEERE te bidden.
27 Ik bad om dit kind, en de HEERE heeft mij mijn bede gegeven, die ik van Hem gebeden heb.
28 Daarom heb ik hem ook den HEERE overgegeven al de dagen die hij wezen zal; hij is van den HEERE gebeden. En hij bad aldaar den HEERE aan.

Geef een antwoord