Het leven van Jozef 24/28
14/09/2022

Het leven van Jozef 24/28

Voorganger:
Passage: Genesis 47:27-31

27 Zo woonde Israël in het land van Egypte, in het land Gosen; en zij stelden zich tot bezitters daarin, en zij werden vruchtbaar en vermeerderden zeer.
28 En Jakob leefde in het land van Egypte zeventien jaar; zodat de dagen van Jakob, de jaren zijns levens, geweest zijn honderd zeven en veertig jaar.
29 Als nu de dagen van Israël naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef en zeide tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid en trouw aan mij: begraaf mij toch niet in Egypte;
30 Maar dat ik bij mijn vaderen ligge; hierom zult gij mij uit Egypte voeren en mij in hun graf begraven. En hij zeide: Ik zal doen naar uw woord.
31 En hij zeide: Zweer mij; en hij zwoer hem. En Israël boog zich ten hoofde van het bed.

Onderwerpen:

Geef een reactie