Daniël 10/14
14/10/2022

Daniël 10/14

Voorganger:
Serie:
Passage: Daniël 5:22-23

22 En gij, Bélsazar, zijn zoon, hebt uw hart niet vernederd, alhoewel gij dit alles wel geweten hebt.
23 Maar gij hebt u verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en gij en uw geweldigen, uw vrouwen en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout en steen, die niet zien noch horen noch weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand uw adem is, en bij Wien al uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt.

11 comments

Geef een reactie