1 EEN psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang. 2 Uit Sion, de volkomenheid…
1 EN als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester, zie, hoedanige stenen en hoedanige gebouwen! 2 En Jezus antwoordende zeide tot hem: Ziet…
41 De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood Dat uit den hemel nedergedaald is. 42 En zij zeiden: Is Deze niet Jezus, de…
19 Want de wet heeft geen ding volmaakt, maar de aanleiding van een betere hoop, door welke wij tot God genaken. 20 En voor zoveel het niet zonder eedzwering is…
1 PAULUS, een apostel van JEZUS CHRISTUS, naar het bevel van God onzen Zaligmaker, en van den Heere Jezus Christus, Die onze Hoop is, 2 Aan Timótheüs, mijn oprechten zoon…
Psalm 68: 16 De berg Basan is een berg Gods; de berg Basan is een bultige berg. 17 Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Dezen berg heeft God begeerd…
1 EN als de dag van het pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. 2 En er geschiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen…
42 En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. 43 En een vreze kwam over…
37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? 38 En Petrus zeide…
Mattheus 13:33 33 Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zuurdesem, welken een vrouw nam en verborg in drie maten meel, totdat…
11 Ook kwamen tot hem al zijn broeders en al zijn zusters en allen die hem tevoren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem…
1 TOEN antwoordde Job den HEERE en zeide: 2 Ik weet dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden. 3 Wie is hij, zegt Gij,…
1 EN de HEERE antwoordde Job uit een onweder en zeide: 2 Gord nu als een man uw lendenen; Ik zal u vragen, en onderricht Mij. 3 Zult gij ook…
1 TOEN antwoordde Job den HEERE en zeide: 2 Ik weet dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden. 3 Wie is hij, zegt Gij,…
1 DAARNA antwoordde de HEERE Job uit een onweder en zeide: 2 Wie is hij die den raad verduistert met woorden zonder wetenschap? 3 Gord nu als een man uw…
1 TOEN hielden die drie mannen op van Job te antwoorden, dewijl hij in zijn ogen rechtvaardig was. 2 Zo ontstak de toorn van Elihu, den zoon van Barácheël, den…
12 Maar de wijsheid, vanwaar zal zij gevonden worden? En waar is de plaats des verstands? 13 De mens weet haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden in het…
11 Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de…
1 WEDEROM was er een dag, als de kinderen Gods kwamen om zich voor den HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam om zich…
13 Er was nu een dag, als zijn zonen en zijn dochters aten en wijn dronken in het huis van hun broeder, den eerstgeborene, 14 Dat een bode tot Job…