18 Maar tot den koning van Juda, die u gezonden heeft, om den HEERE te vragen, alzo zult gij tot hem zeggen: Zo zegt de HEERE, de God Israëls: Aangaande…
1 Elisa nu had gesproken tot die vrouw, welker zoon hij levend gemaakt had, zeggende: Maak u op, en ga heen, gij en uw huisgezin, en verkeer als vreemdeling, waar…
23 En hij ging vandaar op naar Bethel. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem en zeiden tot hem: Kaalkop, ga…
18 Toen nu het kind groot werd, geschiedde het op een dag, dat het uitging tot zijn vader, tot de maaiers. 19 En het zeide tot zijn vader: Mijn hoofd,…